Wist u dat uw browser verouderd is?

Om de best mogelijke gebruikerservaring van onze website te krijgen raden wij u aan om uw browser te upgraden naar een nieuwere versie of een andere browser. Klik op de upgrade button om naar de download pagina te gaan.

Upgrade hier uw browser
Ga verder op eigen risico

RES Twente 1.0: wat wel en wat niet?

Vanuit het Nationaal Programma RES zijn uitgangspunten meegegeven waar we rekening mee moeten houden. Zo kijken we naar oplossingen voor 2030 waar we invloed op hebben én we kijken naar de mogelijkheden binnen onze regio.

Voor de duurzame opwek van elektriciteit kijken we naar wind- en zonne-energie. Voor de warmteopgave verbinden we bestaande warmtenetten om voor het stedelijk gebied een regionaal warmtenet te realiseren en we onderzoeken de mogelijkheden voor een biogasnet/groengasnet voor het verwarmen van gebouwen in plattelandsgemeenten, het buitengebied en andere gebouwen die niet op een betaalbare wijze all-electric verwarmd kunnen worden.

Windturbines op zee

De 30 RES-regio’s staan samen aan de lat om 35 Terawattuur (TWh) aan duurzame energie op land te realiseren. De windturbines op zee tellen niet mee in de opgave voor de RES-regio’s op land.

Er wordt al zoveel mogelijk duurzame energie via windturbines op zee gerealiseerd, maar dat is niet genoeg om ons in de toekomst van energie te voorzien. En ook daar spelen andere belangen, zoals natuur en visserij. Naast de reeds geprogrammeerde opwek op zee, is de opwek van duurzame energie op land dus echt noodzakelijk.

Zon op dak van woningen

Uitgangspunt van het Nationaal Programma RES is, dat alleen de daken worden meegenomen met een oppervlakte van 300 vierkante meter en meer. Hier kunnen grotere zonne-installaties geplaatst worden. Dat zijn daken van maatschappelijk vastgoed, bedrijven en agrarische bebouwing.

Zon op daken van huizen zijn kleinere aansluitingen. Deze dragen bij aan de doelen uit het Klimaatakkoord, maar tellen niet mee in de RES-sen. Landelijk is dat 7 TWh.

Voor zon op dak is veel maatschappelijk draagvlak. Zon op dak (> 300 vierkante meter) heeft dan ook onze eerste voorkeur en draagt bij aan de totale opgave voor 2030. De maximale opwekpotentie van zon op dak in Twente is in totaal 377,25 GWh per jaar. Dit potentieel wordt gehaald als de maximaal beschikbare dakoppervlakte (30% van alle daken groter dan 300 vierkante meter) wordt voorzien van zonnepanelen. Naast zon op dak is opwek via zonnevelden en windturbines dus hard nodig.

Sommige daken zijn niet geschikt, omdat deze bijvoorbeeld op het noorden liggen of geen extra laag zonnepanelen kunnen dragen. Andere daken in Twente zijn niet geschikt omdat ze door hun locatie niet aangesloten kunnen worden op het netwerk.

Bijdrage Twence opwek elektriciteit

Twence draagt met 42 GWh bij aan onze gezamenlijke ambitie om 1,5 TWh aan elektriciteit duurzaam op te wekken. De bijdrage van Twence wordt meegenomen in de totale bijdrage voor duurzame opwek elektriciteit in Twente. Daarnaast dragen alle gemeenten zelf bij aan de opgave.

Kleine windturbines (<15 meter)

Windturbines die kleiner zijn dan 15 meter behoren tot de mogelijkheden en kunnen een bijdrage leveren aan het geheel. Ze leveren alleen te weinig op om een potentiële bijdrage te leveren aan de opgave. Ook moet er goed naar de aansluitingsmogelijkheden op het net worden gekeken om te voorkomen dat ze ontwikkelingen die een belangrijke bijdrage leveren aan de opgave verstoren vanwege netcapaciteit.

Kernenergie

Kernenergie is geen oplossing voor de korte termijn. Op dit moment zijn er geen bedrijven die hierin willen investeren en de bouw van een centrale duurt ongeveer 20 jaar. De RES Twente kijkt naar oplossingen voor 2030, waar we invloed op hebben én binnen de mogelijkheden van de regio liggen. Bij kernenergie komt bovendien de Tweede Kamer in beeld. Die moet dan besluiten om kernenergie wel of niet mogelijk te maken, bijvoorbeeld met wetgeving, financiering van onderzoek of subsidies.

Regionaal warmtenet

Twente heeft unieke mogelijkheden om een warmteregio te ontwikkelen met een stevig aanbod aan restwarmte met Twence als grootste bron. Door een regionale warmte-infrastructuur te ontwikkelen kunnen 100.000 woningen worden verwarmd. De Twentse inzet op warmtegebruik beperkt het elektriciteitsverbruik bij verwarming van woningen en bedrijven.

Biogas/Biovergisting

Binnen de RES Twente zien we kansen als het gaat om het winnen van biogas/groengas uit mest. Twente heeft een groot landelijk gebied en veel veehouderijen. Zelfs wanneer de veestapel wordt gehalveerd is er enorme potentie om biogas te winnen uit koeienmest (elke koe kan ca 600 m3 biogas per jaar produceren). Door biogas op te waarderen naar groengas kan deze via het bestaande gasleidingnetwerk worden getransporteerd en kunnen bedrijven en de economisch niet rendabel te isoleren woningen hiermee van een duurzaam gas worden voorzien.

Hoewel warmteopwek en elektriciteitsopwek met elkaar samenhangen, zijn ze niet uitwisselbaar. Voor beide geldt dat er grote ambities zijn, die gerealiseerd moeten worden. Met het oog op toekomstig verbruik is het van belang om op beide ontwikkelingen voortuitgang te boeken. Concreet betekent dit, dat de mogelijkheden voor biogas en biovergisting voor verwarming van gebouwen wel wordt meegenomen, maar niet voor de duurzame opwek van elektriciteit in 2030.

Waterstof

Waterstofgas is een energiedrager (en dus geen energiebron) die aardgas kan vervangen met beperkte aanpassingen aan het bestaande gasnet en de bestaande apparatuur. De duurzaamheid van waterstof hangt af van de productiewijze. Anno 2019 wordt waterstof vooral gemaakt uit aardgas, dit noemen we grijze waterstof. In de toekomst zal dit meer en meer gebeuren door elektrolyse met hernieuwbare stroom.

Waterstof wordt op dit moment voornamelijk gebruikt als grondstof voor de chemische industrie. De toepassing in het energiesysteem is op dit moment beperkt tot transport, mobiliteit en industrie. De verwachting is dat het op termijn wel een belangrijke rol zal hebben in onze energievoorziening. De netbeheerders houden in de toekomstscenario’s al rekening met grootschalige inzet van waterstof in 2050. We verwachten dat waterstof voor gebouwverwarming een optie is op de middellange termijn (na 2030).

Lees meer over waterstof en de energietransitie.

Aquathermie en geothermie

Aquathermie en geothermie zijn interessante bronnen voor de regio Twente. Geothermie biedt vooral een optie voor de middellange termijn (na 2030). Dat maakt deze potentiële nieuwe warmtebronnen niet minder belangrijk. Aquathermie en geothermie kunnen in de toekomst kansen bieden, bijvoorbeeld in gebieden die weinig andere bronnen beschikbaar hebben of als aanvulling op (of vervanging van) afnemende restwarmtebronnen.

Lees meer in de bouwsteen geothermie en aquathermie.

Aandacht voor het Twentse landschap

Het Twentse coulisselandschap is waardevol landschap waar we, als samenwerkende overheden, zorgvuldig mee om willen gaan. Het inpassen van zonnevelden en windmolens is een uitdagende opgave voor de Twentse gemeenten en zal met de nodige voorzichtigheid moeten gebeuren.